De Tijd: “Krijg een beter zicht op het voordeel van uw zonnepanelen”
Hoe interessant zonnepanelen zijn, hangt voor een belangrijk deel af van de evolutie van de elektriciteitsprijs. Hoe duurder de elektriciteit, hoe meer geld u bespaart met elke kilowattuur die u niet van het net haalt en hoe meer geld u krijgt voor de overtollige zonnestroom die u in het net injecteert.
De elektriciteitsprijzen zijn nog altijd hoger dan voor de energiecrisis, maar de tarieven lijken enigszins gestabiliseerd. De elektriciteitsprijs bedraagt zowat 40 eurocent per kWh, terwijl dat begin 2021 25 cent was, blijkt uit het overzicht van de Vlaamse energieregulator VREG. Een jaar geleden was de gemiddelde prijs 62 cent, in september 2022 piekte die tot 93 cent.
Parallel met de afnameprijzen evolueerden de tarieven voor de overtollige elektriciteit van zonnepanelen die op het net wordt gezet. In een relatief normale markt bedragen de injectietarieven een fractie van de prijs die u betaalt voor de afname van elektriciteit.
In het voorjaar van 2021 was de gemiddelde injectieprijs 4 eurocent per kWh, terwijl u toen gemiddeld 26 cent betaalde voor de elektriciteit die u van het net haalde. U betaalde dus 6,5 keer zoveel voor uw afname dan u kreeg voor de elektriciteit die u leverde. Op het hoogtepunt van de energiecrisis zag die verhouding er helemaal anders uit. In september 2022 was de gemiddelde injectieprijs 51 cent, terwijl u toen gemiddeld 93 cent betaalde voor de elektriciteit die u van het net haalde. U betaalde dus zowat dubbel zoveel voor uw afname dan u kreeg voor de elektriciteit die u leverde.
“Zonnepanelen zijn geen financieel product. Ze zijn een energiefabriekje dat de gebruiker een lage vaste prijs garandeert voor een deel van zijn verbruik voor een lange periode.” – Luc Demeyer CEO Enbro/Earth
Die evolutie heeft een eenvoudige verklaring. De prijs bij afname bestaat niet alleen uit de elektriciteitsprijs, maar ook uit heffingen, belastingen en distributie- en transportkosten. Het injectietarief bestaat alleen uit de elektriciteitsprijs. Tijdens de energiecrisis steeg de elektriciteitsprijs fors, maar bleven de distributie- en transportkosten vrij stabiel. Het verschil tussen de afname- en de injectieprijs werd daardoor kleiner.
Terugverdientijd
Voor veel installateurs en in de media is het zowat een vaste gewoonte geregeld te berekenen in hoeveel tijd een investering in zonnepanelen kan worden terugverdiend. De inkorting van die terugverdientijd was voor de Vlaamse regering een argument toen ze subsidies voor zonnepanelen lanceerde.
Het spreekt voor zich dat de terugverdientijd korter wordt als het afname- en het injectietarief stijgen. Voor de energiecrisis kwam de berekening doorgaans op 7 à 8 jaar uit. Toen de prijzen piekten, werd gesproken van 2,5 jaar.
Maar uiteindelijk is die terugverdientijd een snapshot op basis van evoluerende tarieven. ‘De terugverdientijd van zonnepanelen is niet de beste leidraad om te beslissen over een investering’, zegt Dirk Van Evercooren, de algemeen directeur van ODE, de federatie voor bedrijven in hernieuwbare energie. ‘Ze is een subjectieve inschatting, omdat je geen absolute waarden hebt. Je kan de stroomprijzen noch je meer- of minderverbruik voorspellen. Niemand had gedacht dat de stroomprijzen in 2022 zo zouden stijgen.’
‘De terugverdientijd van zonnepanelen is niet de beste leidraad om te beslissen over een investering. ‘ Dirk van Evercooren – Algemeen directeur ODE, de federatie voor bedrijven in hernieuwbare energie.
‘Zonnepanelen zijn geen financieel product’, zegt Luc Demeyere, de CEO van de energiemakelaar Enbro/Earth, die zich verzet tegen de focus op de terugverdientijd. ‘Ze zijn een energiefabriekje dat de gebruiker een lage vaste prijs garandeert voor een – stijgend – deel van zijn verbruik voor een lange periode. Wie zich baseert op kortetermijnevoluties en zich laat leiden door schommelende terugverdientijden, verliest de vaste en stabiele Levelized Cost of Electricity uit het oog.’ Die LCoE drukt uit hoe groot de gemiddelde kostprijs is van de elektriciteit die een generator opwekt over de volledige gebruiksperiode, in dit geval zonnepanelen.
Enbro onderhandelt voor kmo’s contracten met energieleveranciers en beheert in België, Frankrijk, Duitsland en Polen 250.000 energiecontracten. Met het platform Gaele richt Enbro zich op gezinnen. Die dienst speurt naar interessante contracten en helpt klanten automatisch aan een beter energietarief.
De analyses van Enbro voor klanten maakten duidelijk dat er behoefte is aan alternatieve energievoorzieningen. Enkele jaren geleden werd Earth opgestart, een bedrijf dat zonnepanelen, batterijen en laadpalen plaatst. ‘Zonnepanelen zijn het centrale en lucratieve beginpunt voor iedereen in de energietransitie’, zegt Demeyere. ‘De eigen geproduceerde elektriciteit is veel goedkoper dan de netstroom.’
Simulatiemodel
Demeyere stelde een simulatiemodel samen om zijn bewering te staven. Het model gaat uit van een aankoop van 16 zonnepanelen met een vermogen per paneel van 415 wattpiek (Wp) en een prijs van 1,55 euro per Wp. Dat brengt de totale aankoopprijs op 10.292 euro inclusief btw. De berekening gaat ook uit van een cost of money van 5 procent, het financiële rendement dat verloren gaat omdat het geld in zonnepanelen wordt geïnvesteerd en niet wordt belegd.
Voorts wordt rekening gehouden met een opbrengstdegradatie van 0,4 procent per jaar en een inflatie van 4 procent. De investering wordt afgeschreven over een periode van 25 jaar. In jaar 13 worden de omvormers vervangen, wat extra kosten van 10 procent meebrengt.
Op basis van die gegevens vertrekken we in 2023 met een LCoE van 0,121 euro per kWh. In vergelijking met de gemiddelde prijs van 0,39 euro voor netstroom leveren zonnepanelen elektriciteit die drie keer goedkoper is. Doorheen de jaren blijft de LCoE bijna constant. In 2048 zullen de kosten per kWh lichtjes gestegen zijn, onder andere door de geleidelijke afname van de productie van de zonnepanelen. Maar een zelf geproduceerde kWh kost ook dan maar 0,133 euro. Op basis van de prognoses kost een kWh die van het net wordt gehaald tegen dan 0,48 euro.
Twee variabelen kunnen de LCoE beïnvloeden. De vollasturen, het aantal uren per jaar dat een zonnepaneelinstallatie op volle capaciteit produceert – in België gemiddeld 885. En de intrestvoet – hoe lager die is, hoe lager de kosten per geproduceerde kWh.
Doen we de simulatie zonder rekening te houden met het misgelopen rendement op het geld dat naar de zonnepanelen ging, dan is de kostprijs van de zelf opgewekte elektriciteit drastisch lager dan de stroom die van het net wordt gehaald. In 2023 is dat 0,07 euro per kWh en in 2048 0,077 euro, tegenover 0,39 en 0,48 euro.
‘De elektrificatie, zowel bij particulieren, de industrie als de overheid, leidt tot een groter verbruik’, Luc Demeyere. ‘Het is voor iedereen zaak van de goedkope LCoE gebruik te maken, door onmiddellijk verbruik of door opslag. Niet alleen zullen de kosten voor de gestegen energiebehoefte een stuk lager liggen, ze zullen ook voor een zeer lange periode gebudgetteerd zijn.’
Thuisbatterij
Wegens het grote prijsverschil tussen de zelf opgewekte stroom en de stroom die u van het net haalt, is zo veel mogelijk elektriciteit van uw zonnepanelen onmiddellijk verbruiken het voordeligst. Dat is een complexe oefening, omdat de uren dat de meeste zonnestroom wordt geproduceerd niet altijd de uren zijn waarop de meeste elektriciteit wordt verbruikt.
De algemene aanname is dat het gemiddelde zelfverbruik van een gezin rond 30 procent ligt. Dat wil zeggen dat 70 procent van de productie op het net wordt gezet tegen een laag tarief.
Het zelfverbruik kan worden opgekrikt, bijvoorbeeld door uw huistoestellen te gebruiken als de zonnepanelen opbrengen of door uw elektrische wagen op te laden tijdens de zonne-uren. Die tips gaan ervan dat u vaak overdag thuis bent. De (warmtepomp)boiler en de warmtepomp kunnen wel perfect geprogrammeerd worden en leveren een veel grotere bijdrage dan wasmachines of droogkasten.
De efficiëntste manier om zo veel mogelijk de zelf opgewekte elektriciteit te gebruiken is het installeren van een thuisbatterij. Al kost die afhankelijk van het formaat tussen 4.000 en 10.000 euro en roomt ze dus een belangrijke portie van uw voordeel af.
“Het succes van het samenspel tussen uw batterij en uw elektrische toestellen moeten komen van een slimme aansturing.”
Sinds de invoering van het capaciteitstarief dit jaar is een thuisbatterij mogelijk interessanter. Voor dat tarief wordt 80 procent van de netkosten berekend op basis van het piekverbruik en de overige 20 procent op basis van het verbruiksvolume.
Veel toestellen tegelijk gebruiken veroorzaakt pieken. Als u op zo’n ogenblik stroom van uw zonnepanelen gebruikt die u in een batterij hebt opgeslagen, kan u die pieken aftoppen. Met een volgeladen batterij van 6,6 kWh kunt u ’s avonds een wasmachine en een droogkast laten draaien. De eerste verbruikt 2,3 kWh per beurt, de tweede 3.
Maar een mirakeloplossing is het niet. Niet alle stroom die in de batterij zit, kan tegelijk worden aangesproken. Als uw batterij van 6,6 kWh een piekvermogen van 3,5 kW heeft en uw wasmachine en droogkast tegelijk tegen 5,3 kWh draaien, kan de batterij dat niet volledig trekken. Ze zal de eerste 3,5 kW aan vermogen leveren, het resterende vermogen zal via het net komen. Het succes van het samenspel tussen uw thuisbatterij en uw elektrische toestellen moet komen van de slimme aansturing van de batterij en de toestellen
Batterijen kunnen extra renderen als ze in de onbalans-markt worden ingeschakeld. Het elektriciteitsnetwerk moet altijd in evenwicht zijn. Dat wil zeggen dat evenveel elektriciteit in het net wordt geïnjecteerd als verbruikt wordt.
Dat evenwicht is complexer door de toegenomen productie van groene stroom. De opbrengst van zonnepanelen en windmolens is onvoorspelbaar en dat leidt soms tot onverwachte pieken en dalen. Die verschillen moeten worden weggewerkt omdat de centrales zich anders loskoppelen van het net en een black-out kan ontstaan.
De pieken en dalen worden overwegend opgevangen door de klassieke gascentrales af te regelen. Daarnaast wordt samengewerkt met grootverbruikers die hun verbruik soms naar boven of naar beneden aanpassen om de balans te bewaren. Grote batterijparken van industrieel formaat worden eveneens ingeschakeld.
Ook kleine batterijen van particulieren kunnen worden gebruikt om onevenwichten op het elektriciteitsnet weg te werken. Op beperkte schaal worden die al ingeschakeld. Tegen een vergoeding stellen ze een deel van het vermogen van hun thuisbatterij ter beschikking van de netbeheerder. ‘Die mogelijkheid is interessant, maar de discussie over de vergoeding is nog volop aan de gang’, zegt Demeyere. ‘Het is logisch dat het voordeel wordt verdeeld tussen de eigenaar van de batterij en de netbeheerder, maar die verdeling moet correct zijn. Als onafhankelijke speler in de energiemarkt is de rol van Enbro de beloning voor de bijdrage aan de transitie bij de juiste actoren te krijgen.’
Bron artikel: De Tijd
Credits foto: De Tijd – ©jonas lampens – Stijn Rigolle en Luc Demeyere, co-CEO’s.
Lees meer